Sporten Met De Hond
Vaak te volgen bij een kringgroep vereniging van Dobermanns te vinden via Google. Vaak Begint een een Dobermann met E.G. Elementaire Gehoorzaamheid.
E.G. elementaire Gehoorzaamheid
Elementaire
Gehoorzaamheid is een verzamelbegrip voor de opvoedingscursussen van regionale
kynologenclubs, die ze zelf hebben ontworpen. Als er aan een cursus een
afsluitende toets of examen is verbonden, bijvoorbeeld om te zien of de hond
toe is aan een hoger niveau, dan wordt zo’n examen door instructeurs van de
vereniging afgenomen.
Een deel van de Kynologenclubs biedt het Gehoorzame Hond I en II-programma aan, andere kynologenclubs hebben een zelf ontwikkeld aanbod aan opvoedingscursussen. Al komt, door wat de instructeurs leren op hun vakopleidingen en bijscholingscursussen, het totaalpakket wel in hoge mate overeen, per vereniging kan er verschil zijn in de indeling en de naamgeving van de lesblokken.
Zo biedt de ene kynologenclub na de Puppycursus een Jonge Hondencursus voordat begonnen wordt aan wat daar Basiscursus heet, bij een andere vereniging begint een pup op de Welpencursus en stroomt via een Puppycursus door naar Elementaire Gehoorzaamheid 1, bij weer een andere vereniging volgt op de Puppycursus Gehoorzaamheid A.
Soms is er zelfs keuze mogelijk tussen de manier van oefenen, want er zijn verenigingen die een apart pakket aanbieden voor eigenaars die met de clicker willen leren werken.
Om het voor de leek makkelijk te maken zijn ook verenigingen die zowel Gehoorzame Hond als Elementaire Gehoorzaamheid aanbieden, waarbij GH is gericht op de huishond en EG is vormgegeven als opleidingstracé voor de hond die aan hondensport zal gaan meedoen.
Hoe divers dit er ook allemaal uit mag zien, in de praktijk komt het in essentie op hetzelfde neer. Als eigenaar van een jonge hond zoek je een cursus waar je de hond de basisbeginselen van prettig gedrag in de mensenmaatschappij leert bij te brengen.
Er is altijd een kynologenclub in de buurt die je dat bieden kan, of je nu op deze website zoekt onder Puppycursus, Elementaire Gehoorzaamheid of Gehoorzame Huishond.
Kenmerkend voor alle moderne opvoedingscursussen is dat het er uiterst hondvriendelijk aan toe gaat. Eigenaars wordt geleerd hun jonge hond vooral door belonen tot het gewenste gedrag te brengen. Pups van alle rassen hebben er voor hun latere leven alleen maar plezier van als ze met hun eigenaar een puppycursus en tenminste een daaropvolgende cursus doorlopen.
Thema’s die in de elementaire gehoorzaamheidscursus zeker aan de orde komen:
Een deel van de Kynologenclubs biedt het Gehoorzame Hond I en II-programma aan, andere kynologenclubs hebben een zelf ontwikkeld aanbod aan opvoedingscursussen. Al komt, door wat de instructeurs leren op hun vakopleidingen en bijscholingscursussen, het totaalpakket wel in hoge mate overeen, per vereniging kan er verschil zijn in de indeling en de naamgeving van de lesblokken.
Zo biedt de ene kynologenclub na de Puppycursus een Jonge Hondencursus voordat begonnen wordt aan wat daar Basiscursus heet, bij een andere vereniging begint een pup op de Welpencursus en stroomt via een Puppycursus door naar Elementaire Gehoorzaamheid 1, bij weer een andere vereniging volgt op de Puppycursus Gehoorzaamheid A.
Soms is er zelfs keuze mogelijk tussen de manier van oefenen, want er zijn verenigingen die een apart pakket aanbieden voor eigenaars die met de clicker willen leren werken.
Om het voor de leek makkelijk te maken zijn ook verenigingen die zowel Gehoorzame Hond als Elementaire Gehoorzaamheid aanbieden, waarbij GH is gericht op de huishond en EG is vormgegeven als opleidingstracé voor de hond die aan hondensport zal gaan meedoen.
Hoe divers dit er ook allemaal uit mag zien, in de praktijk komt het in essentie op hetzelfde neer. Als eigenaar van een jonge hond zoek je een cursus waar je de hond de basisbeginselen van prettig gedrag in de mensenmaatschappij leert bij te brengen.
Er is altijd een kynologenclub in de buurt die je dat bieden kan, of je nu op deze website zoekt onder Puppycursus, Elementaire Gehoorzaamheid of Gehoorzame Huishond.
Kenmerkend voor alle moderne opvoedingscursussen is dat het er uiterst hondvriendelijk aan toe gaat. Eigenaars wordt geleerd hun jonge hond vooral door belonen tot het gewenste gedrag te brengen. Pups van alle rassen hebben er voor hun latere leven alleen maar plezier van als ze met hun eigenaar een puppycursus en tenminste een daaropvolgende cursus doorlopen.
Thema’s die in de elementaire gehoorzaamheidscursus zeker aan de orde komen:
- aandacht vragen en vasthouden;
- belonen en spelen;
- wandelen zonder trekken;
- komen op bevel;
- zitten en liggen;
- omgang met onbekende mensen en honden.
Afkomstig van Raad Van Beheer
Voorbeeld van E.G. Elementaire Gehoorzaamheid/ Obedience
Pakwerk/manwerk
Verdedigingswerk
ook wel manwerk of pakwerk genoemd is een zeer spectaculair onderdeel van de
africhting.
Daarbij gaat het nadrukkelijk om sportafrichting gekoppeld is aan de werkdrift en niet aan de agressie drift van de Dobermann. Om de hond kennis te laten maken met het pakwerk beginnen we vaak met een bijtrolletje en geleidelijk wordt de overstap gemaakt naar de bijtmouw. In tegenstelling tot de KNPV waarbij de hond mag inbijten op benen, schouder e.d. wordt binnen de IPO-africhting alleen gebruik gemaakt van een bijtmouw. En mag de Dobermann alleen in die arm bijten.
Daarbij gaat het nadrukkelijk om sportafrichting gekoppeld is aan de werkdrift en niet aan de agressie drift van de Dobermann. Om de hond kennis te laten maken met het pakwerk beginnen we vaak met een bijtrolletje en geleidelijk wordt de overstap gemaakt naar de bijtmouw. In tegenstelling tot de KNPV waarbij de hond mag inbijten op benen, schouder e.d. wordt binnen de IPO-africhting alleen gebruik gemaakt van een bijtmouw. En mag de Dobermann alleen in die arm bijten.
Bij manwerk/
Pakwerk wordt er gedaan of er een "misdadiger" is en dat de hond op
zoek moet om deze op te sporen en vervolgens te voorkomen dat de misdadiger
ontkomt of aanvalt.
Het zoeken van de misdadiger langs de hindernissen noemen we revieren.
Als de hond de misdadiger (pakwerker) heeft gevonden moet de hond voor deze gaan zitten en door "luid"geblaf aan de eigenaar laten weten.
De hond mag op dit moment nog niet bijten, vervolgens vlucht de pakwerker en moet de hond de achtervolging gaan inzetten en door middel van het bijten in de mauw de pakwerker te laten stoppen.
De hond moet altijd keurig op commando los laten, hiervoor moet u de hond wel keurig onder apel hebben.
Na deze oevening volgt de simulatie dat de "misdadiger" pakwerker de hond aanvalt. Zodra de hond zichzelf heeft vast gebeten in de bijtmouw geeft de pakwerker een dreiging met zijn / haar stem en een softstok.
De hond moet dan blijft vast houden tot de pakwerker stil staat en op commando van de geleider weer rustig en keurig los laten.
Het mooiste is als de geleider met zijn/ haar hond achter op het veld staat en de pakwerker komt met veel bedreiging inlopen op de geleider met de hond. op commando moet de hond de confrontatie aan gaan en hierin vol op de mouw bijten. Hierbij wordt zowel de lef van de hond als zijn timing (hij moet omhoog komen om te bijten) getest.
Het zoeken van de misdadiger langs de hindernissen noemen we revieren.
Als de hond de misdadiger (pakwerker) heeft gevonden moet de hond voor deze gaan zitten en door "luid"geblaf aan de eigenaar laten weten.
De hond mag op dit moment nog niet bijten, vervolgens vlucht de pakwerker en moet de hond de achtervolging gaan inzetten en door middel van het bijten in de mauw de pakwerker te laten stoppen.
De hond moet altijd keurig op commando los laten, hiervoor moet u de hond wel keurig onder apel hebben.
Na deze oevening volgt de simulatie dat de "misdadiger" pakwerker de hond aanvalt. Zodra de hond zichzelf heeft vast gebeten in de bijtmouw geeft de pakwerker een dreiging met zijn / haar stem en een softstok.
De hond moet dan blijft vast houden tot de pakwerker stil staat en op commando van de geleider weer rustig en keurig los laten.
Het mooiste is als de geleider met zijn/ haar hond achter op het veld staat en de pakwerker komt met veel bedreiging inlopen op de geleider met de hond. op commando moet de hond de confrontatie aan gaan en hierin vol op de mouw bijten. Hierbij wordt zowel de lef van de hond als zijn timing (hij moet omhoog komen om te bijten) getest.
Voorbeeld van IPO
Behendigheid/Agility
Behendigheid of terwijl “Agility” is
een hondensport die in Nederland steeds meer enthousiaste beoefenenaars krijgt. Behendigheid
is geschikt voor bijna alle soorten honden of ze nu een rashond of rasloos
zijn. Alleen zeer zware honden of dogachtigen, kunnen deze
sport beter mijden. Naast de lichaamsbouw, de kracht en de wenbaarheidvan de
honden zijn ook andere eigenschappen belangrijk om te bepalen of je hond
geschikt is voor behendigheid, dus ook belangrijk zijn volgzaamheid,
dapperheid, een goed evenwichtsgevoel, intelligentie en nauwkeurigheid. Voor de
training van behendigheid moet de hond eerst volledig zijn uitgegroeid.
Dat betekent voor kleine honden vanaf minimaal 12 maanden en grotere honden toch wel 15 maanden oud moeten zijn. De sprongen mogen in ieder geval pas op latere leeftijd worden getraind omdat pas dan het skelet en spierweefsel van de hond voldoende is ontwikkeld.
De sport biedt de honden een fantastische mogelijkheid om zich uit te leven en samen met hun baas “Handler” actief bezig te zijn. Ook de baas zal in conditie moeten zijn om met de hond te trainen en eventueel wedstrijden te lopen. De toeschouwer zal met genoegen en bewondering de sprongen en de kunsten bekijken die de hond zonder enige moeite lijkt te beheersen. Maar het belangrijkste van behendigheid “Agility” is dat hond en baas “Handler” als een team optreden en elkaar steeds beter zullen leren begrijpen.
Het behendigheid “Agility” parcours.
Bij behendigheid gaat het erom dat de hond een parcours van ongeveer 20 hindernissen in een voorgeschreven volgorde foutloos en zo snel mogelijk aflegt. De geleider / baas ook wel “Handler” genoemd mag zijn hond tijdens het mee rennen van het parcours doormiddel van stem en door gebaren aanwijzingen geven.
Binnen de deze sport zijn er 3 soorten parcours mogelijk : het “vast” parcours, het “jumping”parcours en het “spel” parcours.
Vast parcours :
kunnen alle hindernissen deel uitmaken dus bijvoorbeeld :sprongen, slalom, tafel, raakvlaktoestellen en tunnels. Bij de wedstrijden moeten minimaal 2 maximaal 4 raakvlaktoestellen deel uitmaken van het parcours. De volgorde waarin de hindernissen moeten worden genomen, wordt vooraf bepaald door de wedstrijdleiding en aangegeven door nummers.
Dat betekent voor kleine honden vanaf minimaal 12 maanden en grotere honden toch wel 15 maanden oud moeten zijn. De sprongen mogen in ieder geval pas op latere leeftijd worden getraind omdat pas dan het skelet en spierweefsel van de hond voldoende is ontwikkeld.
De sport biedt de honden een fantastische mogelijkheid om zich uit te leven en samen met hun baas “Handler” actief bezig te zijn. Ook de baas zal in conditie moeten zijn om met de hond te trainen en eventueel wedstrijden te lopen. De toeschouwer zal met genoegen en bewondering de sprongen en de kunsten bekijken die de hond zonder enige moeite lijkt te beheersen. Maar het belangrijkste van behendigheid “Agility” is dat hond en baas “Handler” als een team optreden en elkaar steeds beter zullen leren begrijpen.
Het behendigheid “Agility” parcours.
Bij behendigheid gaat het erom dat de hond een parcours van ongeveer 20 hindernissen in een voorgeschreven volgorde foutloos en zo snel mogelijk aflegt. De geleider / baas ook wel “Handler” genoemd mag zijn hond tijdens het mee rennen van het parcours doormiddel van stem en door gebaren aanwijzingen geven.
Binnen de deze sport zijn er 3 soorten parcours mogelijk : het “vast” parcours, het “jumping”parcours en het “spel” parcours.
Vast parcours :
kunnen alle hindernissen deel uitmaken dus bijvoorbeeld :sprongen, slalom, tafel, raakvlaktoestellen en tunnels. Bij de wedstrijden moeten minimaal 2 maximaal 4 raakvlaktoestellen deel uitmaken van het parcours. De volgorde waarin de hindernissen moeten worden genomen, wordt vooraf bepaald door de wedstrijdleiding en aangegeven door nummers.
Jumping
parcours :
dit parcours mag juist geen raakvlaktoestellen of paaltjes bevatten. Dit gaat alleen om springen en snelheid ook natuurlijk foutloos, ook nu wordt de volgorde waarin de hindernissen zijn opgesteld aangegeven door nummers.
Spel parcours :
deze vorm van wedstrijd is bedoeld om de deelnemers ongedwongen een extra parcours af te kunnen leggen, zonder competitie verband of wedstrijd druk. Allerlei variatie van de hindernissen / toestellen zijn hierbij mogelijk, ook de volgorde waarin de toestellen moeten worden genomen kan al dan niet willekeurig zijn…. Het wordt ook wel vaak “Tijd fout uit” genoemd.
Diskwalificatie
Diskwalificatie kan je krijgen als de hond teveel strafpunten heeft opgebouwd zoals : hindernissen aanraken of ervan af gooien, een weigering van een toestel, dat de handler zijn hond aanraakt of het toestel. Weigeringen zijn :
· verlaat voortijdig een raakvlak.
· springt over de zijwing.
· gaat onder (tussen) de liggers door.
· springt of loopt een toestel omver.
· loopt een toestel voorbij.
· steekt verkeerd in bij de slalom (paaltje)
· trekt zich terug of draait om om de tunnel / slurf.
Als de hond het verkeerden toestel neemt dan ben je gelijk gediskwalificeerd.
dit parcours mag juist geen raakvlaktoestellen of paaltjes bevatten. Dit gaat alleen om springen en snelheid ook natuurlijk foutloos, ook nu wordt de volgorde waarin de hindernissen zijn opgesteld aangegeven door nummers.
Spel parcours :
deze vorm van wedstrijd is bedoeld om de deelnemers ongedwongen een extra parcours af te kunnen leggen, zonder competitie verband of wedstrijd druk. Allerlei variatie van de hindernissen / toestellen zijn hierbij mogelijk, ook de volgorde waarin de toestellen moeten worden genomen kan al dan niet willekeurig zijn…. Het wordt ook wel vaak “Tijd fout uit” genoemd.
Diskwalificatie
Diskwalificatie kan je krijgen als de hond teveel strafpunten heeft opgebouwd zoals : hindernissen aanraken of ervan af gooien, een weigering van een toestel, dat de handler zijn hond aanraakt of het toestel. Weigeringen zijn :
· verlaat voortijdig een raakvlak.
· springt over de zijwing.
· gaat onder (tussen) de liggers door.
· springt of loopt een toestel omver.
· loopt een toestel voorbij.
· steekt verkeerd in bij de slalom (paaltje)
· trekt zich terug of draait om om de tunnel / slurf.
Als de hond het verkeerden toestel neemt dan ben je gelijk gediskwalificeerd.
Voorbeeld van een behendigheidsparcour/Agility
De verschillende toestellen
Deze toestellen zijn alle op hoogte te stellen voor de verschillende voormaat honden.Hoogtesprongen : - Dit zijn altijd de start en finish + ook de normale staanders waartussen de afwerpbare liggers zijn.
– Muur bestaat uit 2 vierkante torens met verschillende grote / hoogte opbouw piepschuine stenen.
– Borstelsprong bestaat uit 2 staanders waartussen afwerpbare ligger met daar op borstel / bezem delen op gemonteerd zijn.
– Band bestaat uit een groot frame waar in het midden een reddingsboei of een dicht getapte autoband in bevestigd is.
Raakvlaktoestellen :
- Schutting bestaat uit 2 delen plus latten die ze bij elkaar houden (ook wel A-Schutting genoemd) met een hoogte van 1.70 0f 1.90 meter hoog ingesteld kunnen worden.
– Brug (kattenloop) bestaat uit 3 delen, het horizontale deel is zo’n 4.20 meter lang , de 2 schuine delen begin en een eind zijn beide zo’n 3.60 meter lang.
– Wip is een plank van 30 centimeter breed en 4.20 meter lang, als de hond voorbij het midden is kantelt de plank de andere kant op.
– Tafel bestaat uit een vlak van 1 x 1 meter en een hoogte van 35 of 60 centimeter, boven kant mag niet glad zijn. Bij alle raakvlak toestellenmoet het loop oppervlak slipvrij zijn, ook met zware regenval. Bij de schutting en de brug moeten daarop om de 15 tot 20 centimeter klim- en antislip latjes op het loopvlak bevestigt zijn.
Doorgangen :
- Tunnel dit toestel lijkt op een stofzuigerslang, maar dan met een diameter van 60 centimeter en is minimaal 4 meter lang en is in verschillende vormen te buigen, de voor en uiteinde liggen vast om het weg rollen tegen te gaan.
– Slurf kan het begin het zelfde zijn als de tunnel of in een toogmodel met een diepte van 80 centimeter, aan die entree wordt een donker geen licht doorlatend zijl bevestigd met een lengte van 3 meter.
Deze toestellen zijn alle op hoogte te stellen voor de verschillende voormaat honden.Hoogtesprongen : - Dit zijn altijd de start en finish + ook de normale staanders waartussen de afwerpbare liggers zijn.
– Muur bestaat uit 2 vierkante torens met verschillende grote / hoogte opbouw piepschuine stenen.
– Borstelsprong bestaat uit 2 staanders waartussen afwerpbare ligger met daar op borstel / bezem delen op gemonteerd zijn.
– Band bestaat uit een groot frame waar in het midden een reddingsboei of een dicht getapte autoband in bevestigd is.
Raakvlaktoestellen :
- Schutting bestaat uit 2 delen plus latten die ze bij elkaar houden (ook wel A-Schutting genoemd) met een hoogte van 1.70 0f 1.90 meter hoog ingesteld kunnen worden.
– Brug (kattenloop) bestaat uit 3 delen, het horizontale deel is zo’n 4.20 meter lang , de 2 schuine delen begin en een eind zijn beide zo’n 3.60 meter lang.
– Wip is een plank van 30 centimeter breed en 4.20 meter lang, als de hond voorbij het midden is kantelt de plank de andere kant op.
– Tafel bestaat uit een vlak van 1 x 1 meter en een hoogte van 35 of 60 centimeter, boven kant mag niet glad zijn. Bij alle raakvlak toestellenmoet het loop oppervlak slipvrij zijn, ook met zware regenval. Bij de schutting en de brug moeten daarop om de 15 tot 20 centimeter klim- en antislip latjes op het loopvlak bevestigt zijn.
Doorgangen :
- Tunnel dit toestel lijkt op een stofzuigerslang, maar dan met een diameter van 60 centimeter en is minimaal 4 meter lang en is in verschillende vormen te buigen, de voor en uiteinde liggen vast om het weg rollen tegen te gaan.
– Slurf kan het begin het zelfde zijn als de tunnel of in een toogmodel met een diepte van 80 centimeter, aan die entree wordt een donker geen licht doorlatend zijl bevestigd met een lengte van 3 meter.
Slalom
(paaltjes) : Deze
paaltjes bestaat uit een reeds van 6 op 12 paaltjes die je in de grond kan in
steken met een onderlinge afstand van 50 centimeter of paaltjes die zijn
geplaatst in / op een strip gelaste kokers, de dikte van de paaltjes zijn 2 tot
4 cm.
Breedtesprong : Dit toestel bestaat uit 3 a 4 schuine oplopende delen vanaf 15 tot 30 cm hoogte, het eerste en de laagste deel is 1.2 meter lang en 15 centimeter breed, de andere delen zijn zoveel groter dat zij ruim op en over elkaar heen passen, ook moeten er op iedere hoek markeerpalen geplaatst worden.
Behendigheid “Agility” is dus een sport voor snelheid, wendbaarheid, heel veel afwisseling en veel nadenk werk voor de handlers maar misschien wel het belangrijkste de honden vinden het werkelijk prachtig om hier aan mee tedoen, ze zijn vaak ook veel hyper van het spel. Bedenk wel dat die geweldige honden die je soms op T.V. ziet, niet zo geboren worden, maar dat zij worden gevormd door de juiste baas-hond combinatie en dat er heel veel training uren (jaren) erin zitten.
Breedtesprong : Dit toestel bestaat uit 3 a 4 schuine oplopende delen vanaf 15 tot 30 cm hoogte, het eerste en de laagste deel is 1.2 meter lang en 15 centimeter breed, de andere delen zijn zoveel groter dat zij ruim op en over elkaar heen passen, ook moeten er op iedere hoek markeerpalen geplaatst worden.
Behendigheid “Agility” is dus een sport voor snelheid, wendbaarheid, heel veel afwisseling en veel nadenk werk voor de handlers maar misschien wel het belangrijkste de honden vinden het werkelijk prachtig om hier aan mee tedoen, ze zijn vaak ook veel hyper van het spel. Bedenk wel dat die geweldige honden die je soms op T.V. ziet, niet zo geboren worden, maar dat zij worden gevormd door de juiste baas-hond combinatie en dat er heel veel training uren (jaren) erin zitten.
Afkomstig van Hondenplaza
Voorbeeld van Behendigheid/ Agility
Speuren
Bij het
speuren gaat het er om dat de hond uitgelopen spoor, weet te volgen en de
voorwerpen die daarop zijn geplaatst, weet terug te vinden. Voor de
IPO-sporen geldt dat alle hoeken ongeveer 90° dienen te zijn.
IPO 1: 300 pas, 2 voorwerpen, geleider loopt het spoor zelf uit
IPO 2: 400 pas, 2 voorwerpen, spoorlegger loopt het spoor uit
IPO 3: 600 pas, 3 voorwerpen, spoorlegger loopt het spoor uit
Ook de tijd dat een spoor moet liggen, voordat de hond mag beginnen met speuren, hangt af van de ervarenheid van de hond. Voor IPO I geldt dat het spoor 20 minuten moet liggen, bij IPO II is dit 30 minuten en bij IPO III is de tijd opgelopen naar 60 minuten.
De hond dient zelfstandig te werken maar mag niet eerder beginnen dan wanneer de geleider het “zoek” commando heeft gegeven, waarbij de hond ongeveer 10 meter voor zijn geleider loopt. Wanneer men start met speuren loopt de geleider vaak vlak achter de hond, om deze beter te kunnen steunen, aan te moedigen en, waar nodig te corrigeren. Om de hond te stimuleren het door de geleider uitgetrapte spoor te volgen, wordt vaak met voer en/ of een balletje gewerkt.
De hond dient het spoor in een rustig en gelijkmatig tempo uitwerken. Wanneer de hond op het spoor een voorwerp tegenkomt, dient de hond dit voorwerp te verwijzen. Dit betekent dat de hond zelfstandig bij het voorwerp af gaat liggen, of het voorwerp naar de geleider apporteert.
IPO 1: 300 pas, 2 voorwerpen, geleider loopt het spoor zelf uit
IPO 2: 400 pas, 2 voorwerpen, spoorlegger loopt het spoor uit
IPO 3: 600 pas, 3 voorwerpen, spoorlegger loopt het spoor uit
Ook de tijd dat een spoor moet liggen, voordat de hond mag beginnen met speuren, hangt af van de ervarenheid van de hond. Voor IPO I geldt dat het spoor 20 minuten moet liggen, bij IPO II is dit 30 minuten en bij IPO III is de tijd opgelopen naar 60 minuten.
De hond dient zelfstandig te werken maar mag niet eerder beginnen dan wanneer de geleider het “zoek” commando heeft gegeven, waarbij de hond ongeveer 10 meter voor zijn geleider loopt. Wanneer men start met speuren loopt de geleider vaak vlak achter de hond, om deze beter te kunnen steunen, aan te moedigen en, waar nodig te corrigeren. Om de hond te stimuleren het door de geleider uitgetrapte spoor te volgen, wordt vaak met voer en/ of een balletje gewerkt.
De hond dient het spoor in een rustig en gelijkmatig tempo uitwerken. Wanneer de hond op het spoor een voorwerp tegenkomt, dient de hond dit voorwerp te verwijzen. Dit betekent dat de hond zelfstandig bij het voorwerp af gaat liggen, of het voorwerp naar de geleider apporteert.
Speurhond
Verder kennen we binnen de africhting ook nog een programma speciaal gericht op het speuren, de zogenaamde speurhonden. Het spoor is hierbij nog moeilijker te volgen dan de IPO-sporen. In plaats van 90° hoeken, komen bij speurhond ook 45° hoeken en een omega (een halve cirkel) voor. Voor Speurhond I (SpH I) wordt daarnaast het spoor vaak op diverse ondergronden uitgelopen, zoals gras, akker en verharde weg.
- SpH-I – 1200 pas, 180 minuten met een verleidingsspoor van minimaal 30 minuten oud
- SpH-II – 1800 pas,180 minuten met een verleidingsspoor van minimaal 30 minuten oud
Verder kennen we binnen de africhting ook nog een programma speciaal gericht op het speuren, de zogenaamde speurhonden. Het spoor is hierbij nog moeilijker te volgen dan de IPO-sporen. In plaats van 90° hoeken, komen bij speurhond ook 45° hoeken en een omega (een halve cirkel) voor. Voor Speurhond I (SpH I) wordt daarnaast het spoor vaak op diverse ondergronden uitgelopen, zoals gras, akker en verharde weg.
- SpH-I – 1200 pas, 180 minuten met een verleidingsspoor van minimaal 30 minuten oud
- SpH-II – 1800 pas,180 minuten met een verleidingsspoor van minimaal 30 minuten oud